Keira ging achter hem aan. “Ik heb niet echt het juiste schoeisel voor een trektocht,” klaagde ze.
“Maak je maar niet druk, we gaan geen bergtocht van drie uur maken, hoewel dat geweldig is en het jammer is dat je dat mist.” Hij keek haar vernietigend aan. “Denk je dat je een rondje van een half uur aankan? We gaan over velden en wat prachtige bossen.”
“Ja, ik denk dat ik dertig minuten wel aankan,” mompelde Keira.
“Ik bedoel zonder me om zeep te helpen,” lachte Shane.
Hij leek her plezier in te hebben Keira te irriteren.
“Ik heb het idee dat we een slecht begin hebben gemaakt,” zei Keira terwijl ze zijn snelle pas probeerde bij te benen. Ze was niet gewend aan heuveltochten. “Heb ik iets beledigends tegen je gezegd?”
In eerste instantie negeerde Shane de vraag. In plaats daarvan wees hij naar een houten staak in de grond met enkele kleurrijke pijlen erop. “We volgen het oranje spoor, Oké?”
Keira knikte. Ze daalden de grijze heuvel af. Het landschap was zo kaal dat Keira het gevoel had alsof ze op de maan liep. De noeste kraters aan weerszijden maakten die illusie compleet. Toen ze een toefje gras zag – dat op een of andere manier door een barst in het steen had weten te groeien – schrok ze even van het idee dat gras op de maan kon groeien. Ze moest zich eraan herinneren dat ze gewoon op aarde was.
“Nou?” drong Keira aan. “Je hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag.”
“Of we een slechte start hebben gemaakt of niet?” zei Shane. Toen kauwde hij bedachtzaam op zijn onderlip. “Waarom maakt dat iets uit?”
“Omdat we dertig dagen met elkaar moeten doorbrengen, dus het is misschien geen gek idee als we met elkaar overweg kunnen.”
Shane zweeg weer. Het frustreerde Keira dat het steeds zo lang duurde voor hij ergens antwoord op gaf. Ze vond de stiltes die hij steeds liet vallen ongemakkelijk. Het maakte dat ze zich onhandig voelde.
“Ik vraag me af,” zei hij uiteindelijk, “of je er gewoon niet tegen kan dat iemand jou niet mag.”
“Pardon?” Keira voelde zich meteen beledigd door deze uitspraak, en ging ogenblikkelijk in de verdediging.
“Jij hebt zo’n complex waarbij je altijd aardig gevonden moet worden. Je verwacht dat iedereen je aparte Amerikaansheid charmant vindt, en dat doe ik niet.”
“Ik charmant?” schamperde Keira. “Jij bent degene die de hele tijd de guitige Ierse kameraad loopt uit te hangen!”
“En daar heb jij last van?”
“Het is een belachelijk stereotype.”
Keira hoorde haar eigen snibbigheid. Shane’s toon daarentegen was geenszins veranderd. Hij klonk compleet neutraal, alsof het gesprek hem zelfs niet het kleinste beetje irriteerde.
“Volgens mij erger je je aan wel meer dan alleen mij,” zei Shane. “Per slot van rekening was je ook niet erg sympathiek tegen William.”
“Nou en?” schamperde Keira. “Ik ben hier om te werken, niet om vrienden te maken. En ik voel me niet geroepen om aardig te zijn tegen iemand met zulke ouderwetse ideeen over de liefde. Het irriteert me mateloos wanneer mensen denken dat ze precies weten wat mannen en vrouwen van elkaar willen hebben.”
Shane trok zijn wenkbrauwen op. “Voor iemand die zegt dat ze gelukkig is in een lange-termijnrelatie lijk je behoorlijk vijandig tegenover het concept liefde.”
Keira wierp hem een blik toe. “Liefde is het punt niet. Het is het idee dat het allemaal zo perfect is. Dat een of andere oude vent die je nog nooit eerder heeft ontmoet je zomaar kan koppelen aan iemand die hij eveneens voor geen meter kent, en dat jullie ogenblikkelijk verliefd worden en zo voor altijd en eeuwig zullen blijven. Het echte leven is geen sprookjesboek.”
Al onder het praten kon Keira zien dat Shane zich over haar reactie amuseerde. Hij was haar opzettelijk aan het tarten. Dat kan ik ook, dacht Keira.
“Dus jij bent een romanticus?” zei ze. “Is dat het? Ik neem aan dat jij nooit met iemand anders geweest bent dan je vriendinnetje van de middelbare school en dat jullie nu gaan trouwen.”