Ze wachtte niet op antwoord. Ze rukte zich los en rende ze snel als ze kon in de richting waar ze vandaan waren gekomen. Ze hoorde haar broer en nicht achter haar rennen.
“Hé, Libby, stop!” riep haar broer. “Wacht!”
Maar ze ging echt niet stoppen met rennen totdat ze veilig thuis was.
HOOFDSTUK VIER
Riley klopte op Aprils slaapkamerdeur. Het was twaalf uur, en ondertussen was het wel tijd dat haar dochter opstond. Maar het antwoord dat ze kreeg was niet waar ze op hoopte.
“Wat wil je?” klonk het gedempt en nukkig vanuit de kamer.
“Ga je de hele dag slapen?” vroeg Riley.
“Ik ben nu wakker. Ik kom zo naar beneden.”
Met een zucht liep Riley de trap weer af. Het zou fijn zijn geweest als Gabriela hier was, maar zij nam altijd vrij op zondag.
Riley liet zichzelf op de bank vallen. April was gisteren de hele dag chagrijnig en afstandelijk geweest. Riley had geen idee gehad hoe ze deze onverklaarbare spanning tussen hen had kunnen verlichten, en ze was opgelucht geweest toen April ‘s avonds naar een Halloweenfeestje was gegaan. Aangezien het feestje bij een vriend slechts een paar straten verderop was, had Riley zich geen zorgen gemaakt. Tenminste niet tot één uur ‘s nachts toen haar dochter nog steeds niet thuis was.
Gelukkig was April thuisgekomen terwijl Riley probeerde te beslissen of ze wel of niet in actie moest komen. Maar April was binnengekomen en recht naar bed gegaan, zonder amper een woord te spreken tegen haar moeder. En tot zover leek ze niet meer geneigd tot communicatie vanochtend.
Riley was blij dat ze thuis was om op te lossen wat er aan de hand was. Ze had zich nog niet op de nieuwe zaak gestort, en voelde zich nog steeds in tweestrijd. Bill had haar op de hoogte gehouden, dus ze wist dat hij en Lucy Vargas gister eropuit waren gegaan om de vermissing van Meara Keagan te onderzoeken. Ze hadden de familie waar Meara voor werkte ondervraagd, en ook de buren in haar appartementencomplex. Ze hadden geen enkel aanknopingspunt kunnen vinden.
Vandaag had Lucy de leiding over een algemene zoekactie, waarbij ze meerdere agenten coördineerde bij het uitdelen van flyers met Meara’s foto. Ondertussen was Bill ongeduldig aan het wachten op Riley’s beslissing om de zaak wel of niet te nemen.
Maar ze hoefde niet nu meteen een keuze te maken. Iedereen op Quantico wist dat Riley morgen niet beschikbaar zou zijn. Een van de eerste moordenaars die ze achter de tralies had gebracht had een hoorzitting voor voorwaardelijke vrijlating. Het was gewoonweg geen optie om niet op die hoorzitting te getuigen.
Terwijl Riley haar opties zat te overwegen, kwam April volledig aangekleed de trap af huppelen. Ze ging recht op de keuken af zonder ook maar een oogopslag op haar moeder te werpen. Riley stond op en volgde haar.
“Wat hebben we te eten?” vroeg April, terwijl ze in de koelkast keek.
“Ik kan ontbijt voor je maken,” zei Riley.
“Nee, dat hoeft niet. Ik pak wel gewoon wat.”
April pakte een stuk kaas en deed de koelkast dicht. Op het aanrecht sneed ze een plak kaas af en schonk ze een kop koffie voor haarzelf in. Ze deed melk en suiker in de koffie, ging zitten aan de keukentafel en begon te knabbelen aan het stukje kaas.
Riley ging bij haar dochter zitten.
“Hoe was het feestje?” vroeg Riley.
“Het was gewoon.”
“Je kwam best wel laat thuis.”
“Nee, dat kwam ik niet.”
Riley koos ervoor om niet in discussie te gaan. Misschien was een uur ‘s nachts tegenwoordig niet meer laat voor vijftienjarige die naar een feestje ging. Hoe zou zij dat nou moeten weten?
“Crystal vertelde me dat je een vriendje had,” zei Riley.
“Ja,” zei April terwijl ze nog een slok van haar koffie nam.
“Hoe heet hij?”
“Joel”
Na een korte stilte vroeg Riley “Hoe oud is hij?”
“Weet ik niet.”
Riley voelde een knoop van angst en woede in haar keel omhoog komen.
“Hoe oud is hij?” herhaalde Riley.
“Vijftien, oké? Net als ik.”
Riley wist zeker dat April loog.
“Ik wil hem ontmoeten,” zei Riley.
April rolde met haar ogen. “Jezus, mam. Wanneer ben je opgegroeid? De jaren vijftig of zo?”
Riley voelde zich gekwetst.
“Ik denk niet dat het onredelijk is,” zei Riley. “Laat hem eens langskomen. Stel hem aan me voor.”
Riley zette haar kop koffie zo hard neer dat er een beetje op de tafel knoeide.
“Waarom probeer je me de hele tijd controle over me te hebben?” snauwde ze.
“Ik probeer geen controle over je te hebben. Ik wil gewoon je vriendje ontmoeten.”
Voor eventjes keek April gewoon stil en nukkig naar haar koffie. Toen stond ze ineens op en stormde ze de keuken uit.
“April!” riep Riley.
Riley volgde April door het huis. April liep naar de voordeur en pakte haar tas, die aan de kapstok hing.
“Waar ga je heen?” zei Riley.
April gaf geen antwoord. Ze opende de deur en ging naar buiten, en sloeg hem met een klap achter haar dicht.
Riley stond even in stilte versteld. April zal toch zeker meteen wel terugkomen, dacht ze.
Ze wachtte een volle minuut. Toen liep ze naar de deur, opende ze deze, en keek ze de straat in. April was nergens te zien.
Riley voelde de bittere smaak van teleurstelling in haar mond. Ze vroeg zich af hoe het zover had kunnen komen. Ze had eerder problemen met April gehad in het verleden. Maar toen zij drieën–Riley, April, en Gabriela–in de zomer naar dit rijtjeshuis waren verhuisd, was April heel blij geweest. Ze was vriendinnen geworden met Crystal en alles was prima geweest toen in september de school begon.
Maar nu, slechts twee maanden later, was April gegaan van een vrolijke tiener naar een chagrijnige. Speelde haar PTSS weer op? April had een verlate reactie gehad nadat de moordenaar Peterson haar in een kooi had opgesloten en geprobeerd te vermoorden. Maar ze was nu in behandeling bij een goede therapeut en leek vooruitgang te boeken.
Terwijl ze nog steeds in de deuropening stond, pakte Riley haar mobiel uit haar zak en sms'te ze April.
Kom terug. Nu meteen.
Het bericht werd gemarkeerd als “afgeleverd.” Riley wachtte. Er gebeurde niks. Had April haar mobiel thuis gelaten? Nee, dat was niet mogelijk. April had haar tas gepakt toen ze vertrok, en ze ging nooit ergens heen zonder haar telefoon.
Riley bleef naar haar telefoon staren. Het bericht was nog steeds gemarkeerd als “afgeleverd,” niet “gelezen.” Was April haar bericht gewoon aan het negeren?
Op dat moment schoot Riley ineens te binnen waar April heen gegaan zou zijn. Ze pakte de sleutel van een tafel naast de deur en stapte haar kleine veranda op. Ze liep de trap van haar rijtjeshuis af en liep over het gras naar het volgende huis, waar Blaine en Crystal woonden. Ze belde aan en keek weer naar haar telefoon.
Toen Blaine de deur opende en haar zag, glimlachte hij breed.
“Hé!” zei hij. “Wat een leuke verrassing. Waarom kom je langs?”
Riley stamelde ongemakkelijk.
“Ik vroeg me af of... Is April toevallig hier? Op bezoek bij Crystal?”
“Nee,” zei hij. “Crystal is er ook niet. Ze zei dat ze naar de koffietent ging. Weet je wel, die ene hier vlakbij.”
Blaine fronste bezorgd met zijn wenkbrauwen.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij. “Is er een probleem?”
Riley zuchtte. “We hadden ruzie,” zei ze. “Ze is de deur uitgerend. Ik hoopte dat ze hierheen was gegaan. Ik denk dat ze mijn bericht negeert.”
“Kom binnen,” zei Blaine.
Riley volgde hem zijn huiskamer in. Ze gingen op de bank zitten.
“Ik weet niet wat er met haar aan de hand is,” zei Riley. “Ik weet niet wat er met ons aan de hand is.”
Blaine glimlachte weemoedig.
“Ik ken het gevoel,” zei hij.
Riley was een beetje verbaasd.
“Ja?” vroeg ze. “Het lijkt er voor mij op dat jij en Crystal prima overweg kunnen.”
“Meestal, ja. Maar nu ze een tiener is kan het best onstuimig zijn.”
Blaine keek meelevend naar Riley.
“Zeg me niet,” zei hij. “Dat het te maken heeft met een vriendje.”
“Blijkbaar wel,” zei Riley. “Ze wil me niks over hem vertellen. En ze weigert hem aan me voor te stellen.”