Riley lachte. Hij was inderdaad flink ouder geworden sinds de laatste keer dat ze hem zag. Alsnog zag hij er niet zo breekbaar uit als hij deed klinken. Ze wist zeker dat hij nog steeds zijn vorige baan zou kunnen doen als hij nodig was.
“Nou, ik ben blij dat je jezelf hierbinnen hebt weten te praten,” zei ze.
“Je zou niet verbaasd moeten zijn,” zei Jake. “Ik ben tenminste zo'n gladde prater als die klootzak Mullins.”
“Je verklaring hielp echt,” zei Riley.
Jake haalde zijn schouders op. “Tja, ik wilde dat ik hem had kunnen opfokken. Ik had het geweldig gevonden om hem te zien flippen met de commissie daar. Maar hij is kalmer en slimmer dan ik me herinner. Misschien heeft hij dat in de gevangenis geleerd. Hoe dan ook, we hebben een goed oordeel gekregen zonder dat het nodig was om hem te laten doordraaien. Misschien blijft hij wel voor altijd achter de tralies.”
Riley zei even niks. Jake keek haar nieuwsgierig aan.
“Is er iets wat je me niet vertelt?” vroeg hij.
“Ik ben bang dat het niet zo simpel ligt,” zei Riley. “Als Mullins maar punten blijft scoren voor goed gedrag, dan wordt hij waarschijnlijk binnen een jaar verplicht vrijgelaten. Er is niks wat jij of ik of wie dan ook daar aan kan doen.”
“Jezus,” zei Jake, terwijl hij net zo boos en verbitterd keek als al die jaren geleden.
Riley wist precies hoe hij zich voelde. Het was hartverscheurend om voor te stellen dat Mullins vrij zou zijn. De kleine overwinning van vandaag leek nu meer bitter dan zoet.
“Nou, ik moet gaan,” zei Jake. “Het was heel leuk om je weer te zien.”
Riley keek verdrietig hoe haar oude partner wegliep. Ze begreep waarom hij niet bleef rondhangen om zich over te geven aan negatieve gevoelens. Dat was gewoon niet hoe hij was. Ze nam zich voor om snel contact met hem op te nemen.
Ze probeerde ook de positieve kant in te zien. Na vijftien lange jaren hadden de Betts en Harters haar eindelijk vergeven. Maar het voelde voor Riley niet alsof ze die vergeving meer verdiende dan Larry Mullins.
Precies toen werd Larry Mullins naar buiten geleid in handboeien.
Hij draaide zich naar haar en lachte breed, en bewoog zijn lippen met de zachte boosaardige woorden.
“Tot volgend jaar.”
HOOFDSTUK ZEVEN
Riley was in haar auto en onderweg naar huis toen Bill belde. Ze zette haar telefoon op luidspreker.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze.
“We hebben nog een lichaam gevonden,” zei hij. “In Delaware.”
“Was het Meara Keagan?” vroeg Riley.
“Nee. We hebben nog geen identificatie van het slachtoffer. Deze is net als de andere twee, maar dan erger.”
Riley liet de zwaarte van de situatie tot haar doordringen. Meara Keagan werd nog steeds gevangen gehouden. Misschien hield de moordenaar ook nog andere vrouwen vast. Het was in ieder geval zeker dat de moorden door zouden gaan. Maar hoeveel moorden, daar kon ze alleen naar raden.
Bills stem was geagiteerd.
“Riley, ik word helemaal gek hier,” zei hij. “Ik weet dat ik niet helder na kan denken. Lucy helpt me prima hoor, maar ze is echt nog een groentje.”
Riley begreep precies hoe hij zich voelde. De ironie van de situatie was bijna tastbaar. Hier zat zij zichzelf af te kraken over de Larry Mullinszaak. Ondertussen had Bill in Delaware het gevoel dat zijn eigen falen een derde vrouw het leven had gekost.
Riley dacht aan de rit naar waar Bill was. Het zou waarschijnlijk bijna drie uur duren om daar te komen.
“Ben je klaar daar?” vroeg Bill.
Riley had aan Bill en Brent Meredith verteld dat ze vandaag in Maryland zou zijn voor de hoorzitting.
“Ja,” zei ze.
“Mooi,” zei Bill. “Ik heb een helikopter gestuurd op je op te pikken.”
“Je hebt wat?” zei Riley verbouwereerd.
“Er is een privévliegveld vlakbij je. Ik sms je de locatie. De helikopter is er waarschijnlijk al. Een kadet is meegevlogen om je auto terug te rijden.”
Zonder een verder woord hing Bill op.
Riley reed even in stilte. Ze was opgelucht geweest dat de hoorzitting in de ochtend al klaar was. Ze wilde thuis zijn wanneer haar dochter uit school kwam. Er was gister geen ruzie meer geweest, maar April had ook niet veel gezegd. Vanochtend was Riley voordat April wakker was al de deur uit.
Maar de keuze was duidelijk al voor haar gemaakt. Klaar of niet, ze was nu betrokken bij de zaak. Ze zal later met April moeten praten.
Maar ze hoefde niet lang na te denken voordat het allemaal precies goed voelde. Ze draaide haar auto om en volgde de routebeschrijving die Bill had gestuurd. Het beste medicijn voor haar gevoel van falen zou zijn om een andere moordenaar voor het gerecht te brengen–voor echte rechtvaardigheid.
Het was tijd.
*
Riley keek neer op het dode meisje dat lag op de houten kioskvloer. Het was een heldere, frisse ochtend. De kiosk stond op een paviljoen in het midden van het dorpsplein, omringd door bomen en goed onderhouden gras.
Het slachtoffer zag er schrikbarend hetzelfde uit als de meisjes op de foto’s die Riley had gezien van de twee eerdere slachtoffers de laatste maanden. Ze lag met haar gezicht omhoog en was zo uitgemergeld dat ze wel gemummificeerd leek. Haar vieze, gescheurde kleding had misschien ooit goed gepast, maar was nu belachelijk groot. Ze had oude littekens en meer recente wonden van wat leek op zweepslagen.
Riley dacht dat ze ongeveer zeventien was, dezelfde leeftijd als de andere twee slachtoffers.
Of misschien niet, dacht ze.
Meara Keagan was immers vierentwintig. Misschien veranderde de moordenaar zijn MO. Dit meisje was zo verwelkt dat Riley haar leeftijd niet kon vaststellen.
Riley stond tussen Bill en Lucy.
“Ze lijkt meer uitgehongerd dan de andere twee,” merkte Bill op. “Hij heeft haar vast veel langer vastgehouden.”
Riley hoorde het enorme zelfverwijt in Bills woorden. Ze keek naar haar partner. De bitterheid was ook op zijn gezicht af te lezen. Riley wist wat Bill dacht. Dit meisje was sowieso nog in leven en in gevangenschap geweest toen hij de zaak onderzocht en niks had kunnen vinden. Hij gaf zichzelf de schuld voor haar dood.
Riley wist dat hij zichzelf niet de schuld moest geven. Toch wist ze niet wat ze moest zeggen om hem zich beter te laten voelen. Ze had zelf nog een nare nasmaak van haar eigen spijt om de Larry Mullinszaak.
Riley draaide zich om om de omgeving te bestuderen. Vanaf hier was het enige gebouw dat zichtbaar was de rechtbank aan de andere kant van de straat: een groot stenen gebouw met een grote klokkentoren. Redditch was een charmant klein dorpje. Riley was niet echt verbaasd dat het lichaam hier midden in de nacht heen gebracht zou kunnen worden zonder dat iemand het merkte. Het hele dorp zou diep in slaap zijn geweest. Het plein was omringd door bestrating, dus er waren geen voetafdrukken van de moordenaar te vinden.
De plaatselijke politie had het plein met lint afgezet en hield toeschouwers weg. Maar Riley kon zien dat er zich al pers verzamelde buiten het lint.
Ze maakte zich zorgen. Tot nu toe hadden de media nog niet doorgehad dat de vorige twee moorden en de verdwijning van Meara Keagan allemaal verbonden waren. Maar met deze nieuwe moord zou er sowieso iemand zijn die het verband zou zien. Het zou vroeg of laat openbare kennis worden. Dan zou het onderzoek een stuk lastiger worden.
Vlakbij stond Redditchs politiechef, Aaron Pomeroy.
“Hoe en wanneer is het lichaam gevonden?” vroeg Riley hem.
“We hebben een stratenveger die nog voor de dauw aan het werk gaat. Hij heeft haar gevonden.”
Pomeroy zag er zwaar overstuur uit. Het was een oudere man met overgewicht. Riley ging ervan uit dat zelfs in een klein dorpje zoals dit, een agent van zijn leeftijd vast wel een of twee moorden had meegemaakt. Maar hij had waarschijnlijk nog nooit met zoiets schokkends te maken gehad.