Блейк Пирс - Bijna Verloren стр 11.

Шрифт
Фон

‘Hij is gek op noten’, zei Madison en ze wees op cashewnoten. ‘Die heeft hij het liefst.’

Cassie deed een zakje bij de boodschappen en wilde afrekenen.

‘Goedemiddag’, begroette ze de winkeljuffrouw, een ronde blonde met een naambordje waarop ‘Tina’ stond.

Tina glimlachte vriendelijk en noemde Maddie bij naam.

‘Hallo, Madison. Hoe gaat het met je vader? Is hij al ontslagen uit het ziekenhuis?’

Cassie keek beduusd naar Madison. Was dit iets wat voor haar verzwegen was? Madison scheen evenwel net zo beduusd.

‘Hij lag helemaal niet in het ziekenhuis.’

‘Oh, neem me niet kwalijk, dan heb ik dat verkeerd begrepen. Laatst vertelde hij me… "

Maar Madison liet haar niet uitspreken en keek de kassière met een eigenaardige blik aan terwijl die de boodschappen aansloeg.

‘Je bent dik geworden.’

Versteld door de botheid van de opmerking voelde Cassie zich net zo rood worden als Tina.

‘Is dat zo?’ stamelde Tina, bijna verontschuldigend.

‘Ja, dat is zo.’

Cassie zag de verslagenheid bij haar. Wat mankeerde Madison? Had dat kind nooit geleerd dat ze zulke dingen niet kon zeggen? Was ze nog te klein om te snappen hoe kwetsend dat was? Ze begreep dat verontschuldigingen niets meer aan de situatie zouden veranderen; het leed was al geschied. Ze nam haar wisselgeld en werkte het kleine meisje haastig de deur uit, voor ze nog meer gemene dingen ging zeggen.

‘Dat is niet lief, om mensen dik te noemen’, zei ze, toen ze buiten gehoorsafstand waren.

‘Hoezo?’ vroeg Madison. ‘Het is de waarheid. Ze is veel dikker dan de laatste keer dat we haar zagen. Dat was in augustus, in de zomervakantie.’

‘Het is nou eenmaal beter om helemaal niets te zeggen als zulke dingen je opvallen, vooral wanneer er andere mensen bij zijn. Ze kan wel een… eh, een schildklieraandoening hebben of zo. Of ze kan medicijnen slikken die dik maken, zoals cortisonen. Of ze kan in verwachting zijn en niet willen dat iemand het al weet.’

Ze keek of Dylan, die links van haar liep, oplette. Maar Dylan liep te rommelen in zijn jaszak en scheen met heel andere dingen bezig. Madison trok een rimpel terwijl ze de zaak overdacht.

‘Oké,’ zei ze, ‘ik zal eraan denken de volgende keer.’

Cassie slaakte een zucht van verlichting dat haar uitleg effect leek te hebben gehad.

‘Wil je een suikerappel?’

Ze gaf een appel aan Maddie, die hem meteen in haar zak stak. Ze gaf de andere aan Dylan, die hem afsloeg.

Cassie was met stomheid geslagen toen ze zag, dat hij doodleuk een zuurstok uit de winkel die ze net verlaten hadden, liep uit te pakken.

‘Dylan!’ bracht ze uit.

‘Hè, nee! Ik wilde er ook zo een’, begon Madison te jeremiëren.

‘Ik heb er een voor je.’ Dylan graaide in zijn jaszak en haalde tot Cassies ontzetting nog een stuk of wat tevoorschijn.

‘Pak aan’, zei hij.

‘Dylan!’

Cassie hapte plotseling naar adem en haar stem sloeg over van verontwaardiging. Er schoot van alles door haar hoofd terwijl ze moeite had om te bevatten wat hier gebeurd was. Was er misschien een andere uitleg mogelijk? Had ze iets over het hoofd gezien? Maar, nee, het was domweg onmogelijk dat Dylan het snoep gekocht kon hebben. Na het beledigende commentaar van Madison had ze hen meteen de deur uitgebonjourd. Dylan had geen tijd gehad om te betalen, temeer daar de dikke dame niet erg bedreven was in het bedienen van de ouderwetse kassa.

‘Wat is er?’ vroeg hij.

En Cassie voelde een rilling toen ze geen enkele emotie in zijn staalblauwe ogen las.

‘Ik… eh, ik meen dat je daar niet voor betaald hebt.’

‘Ik heb helemaal niets betaald’, zei hij onbekommerd.

Cassie staarde hem aan, tot op het bot geschokt.

Dylan had zojuist ruiterlijk toegegeven dat hij winkeldiefstal gepleegd had.

Het zou nooit ofte nimmer in haar opgekomen zijn dat Ryans zoon tot zoiets in staat was. Dit ging haar niveau van expertise ver te boven en ze had geen flauw benul hoe ze moest reageren. Haar beeld van ideaal gezinnetje, waarin ze een heilig geloof gehad had, lag meteen in scherven. Hoe had ze zich zo kunnen vergissen? Ryans zoon had zojuist een misdaad begaan. Erger nog, hij toonde geen enkel berouw of spijt. Hij leek zich niet eens bewust van de enormiteit van zijn daad. Hij keek haar kalm en onbezorgd aan.

HOOFDSTUK ZES

Terwijl Cassie als aan de grond genageld bleef staan, geen benul hoe ze dit ging aanpakken, bleek Madison haar oordeel al klaar te hebben.

‘Ik eet geen gestolen waar’, kondigde ze aan. ‘Je mag hem terug hebben.’

Ze stak Dylan de zuurstok toe.

‘Waarom geef je hem terug? Ik heb hem juist voor jou gepikt omdat je er zo graag een wou en de eerste winkel dicht was. En zonet was Cassie te krenterig om er een voor je te kopen.’

Dylan klonk beledigd, alsof hij als redder in de nood een pluim verwacht had.

‘Dat kan wel zijn, maar ik wil niet eentje die gestolen is.’

Nadat ze hem het ding in de hand gedrukt had, sloeg ze eigenwijs de armen stijf over elkaar.

‘Als je hem niet wilt… Ik vraag het je niet nog eens.’

‘Ik zei toch nee.’

Met opgeheven hoofd liep Madison weg.

‘Je bent voor me of je bent tegen me; je weet wat mamma altijd zegt’, riep Dylan haar na. Cassie vond het raar, dat hun moeder nu alweer ter sprake kwam. Tegelijkertijd voelde ze aan, dat dit meer was dan zomaar een loos dreigement.

‘Oké, nu is het mooi geweest met jullie!’

Met een paar schreden had ze Madison ingehaald, pakte haar bij de arm en bracht haar terug, zodat ze met z’n drieën met de koppen tegenover elkaar op de stoep met kinderkopjes stonden. Het klamme zweet brak haar uit; de zaak begon gierend uit de klauwen te lopen. De kinderen waren gaan kibbelen terwijl zijzelf nog niet eens aan de crux van de zaak toegekomen was. Want, of ze nou vol trauma’s en onverwerkte emoties zaten of niet, diefstal was een misdaad. Cassie was des temeer ontdaan omdat het hier een winkel van een goede kennis van de familie betrof. De eigenaresse had hun onderweg hiernaartoe notabene een lift aangeboden! Je steelt gewoon niet van iemand die je een lift aanbiedt…

Hè?

Nou ja, je steelt überhaupt niet natuurlijk, van niemand. Maar al helemaal niet van een dame die je zo onbaatzuchtig heeft willen helpen. En op dezelfde dag nog wel.

‘Laten we even gaan zitten.’

Links was een theehuis dat vol zat. Maar ze zag een echtpaar opstaan van een tafeltje en duwde de kinderen voor zich uit naar de ingang. Even later zaten ze in het behaaglijke interieur, dat verrukkelijk geurde naar verse koffie en feuilletee met roomboter. Cassie keek met strakke blik op de kaart en voelde zich verloren. Omdat met iedere minuut die verstreek, het de kinderen duidelijker werd dat ze geen notie had van hoe ze dit varkentje zou wassen.

Idealiter, bedacht ze, zou ze Dylan moeten verplichten om naar de winkel terug te gaan teneinde te betalen voor wat hij weggenomen had. Maar, wat als hij zou weigeren dat te doen? Ze had bovendien geen idee welke straf er in dit land stond op winkeldiefstal. Hij kon gedonder krijgen als het bijvoorbeeld winkelbeleid was, dat te allen tijde de politie ingeschakeld werd.

Toen schoot de sequentie van de gebeurtenissen Cassie te binnen en bedacht ze dat er nog een andere invalshoek bestond. Ze wist nog dat Madison het roosteren van kastanjes met hun moeder te berde gebracht had, voordat Dylan het snoep pikte. Mogelijkerwijs had deze in zichzelf gekeerde jongen de woorden van zijn zusje gehoord en was daardoor opnieuw geconfronteerd met de traumatische ervaring die ze gehad hadden. Hij zou de onverwerkte gevoelens over de scheiding heel goed afgereageerd kunnen hebben, door opzettelijk iets laakbaars te doen. Hoe vaker ze deze lezing van het gebeurde herkauwde, des te aannemelijker kwam ze haar voor. In dat geval kon ze de zaak beter van de begripvolle kant benaderen.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3