Kyoko draaide zich om in de deuropening en slaakte een gil toen ze Toya door de gang op haar af zag stormen. Ze had durven zweren dat net toen ze de deur dichtsloeg, ze Kyou zijn voet een paar centimeter zag uitsteken, waardoor Toya struikelde en op plat op zijn gezicht viel.
Ze kon er nu om lachen.
Ze vertrouwde Kyou haar leven toe en hij leek te zorgen voor iedereen die in het gebouw woonde en werkte. Ze wist nauwelijks iets van hem, maar tegelijkertijd had ze het gevoel dat ze hem zo intiem kende dat ze er vaak van moest blozen.
De enige feiten die ze had, was dat hij meer geld leek te hebben dan god en dat hij ervoor zorgde dat iedereen meer had dan ze nodig hadden. Hij wist ook precies op welke paranormale zaken hij hen moest afsturen en welke wapens ze nodig hadden. Hij was de oudste broer van een aantal van de mensen die hier werkten... hoewel ze er nooit achter was gekomen hoe oud ze precies waren.
Toya was de op één na oudste, met donkerbruin haar dat zilveren strepen had in dezelfde kleur als dat van Kyou. Net als alle broers, had hij een lichaam waarmee hij zo in een ondergoedreclame zou kunnen meedoen. Je weet wel... het lichaam waarvoor een meisje stopt met alles wat ze doet om nog een keer te kijken.
Bij bijna elke opdracht die ze kreeg, was Toya haar partner en daardoor was ze veel om hem gaan geven. Hoe kon ze ook anders, hij had haar te vaak gered van de monsters waarvan normale mensen niet eens wisten dat ze bestonden. In veel opzichten kwam Toya het dichtst bij een held.
De volgende broer was Shinbe, met lang nachtblauw haar en amethistkleurige ogen. Hij leek het mysterie van de groep te zijn, hij gedroeg zich altijd als een perverseling en met zijn gevoel voor humor liet hij haar vaak over de grond rollen van het lachen. Maar op sommige momenten was hij bloedserieus. Op zulke momenten nam niemand in de groep hem voor lief.
De vierde broer, Kotaro, was rechercheur bij de politie en belast met de zaken die voor de plaatselijke politie onbegrijpelijk waren. Hij had lang donkerbruin haar en adembenemende ijsblauwe ogen. Terwijl de rest van de politie rondliep op zoek naar een menselijke verdachte, was het Kotaro's kleine groep die de zaak onder de aandacht van het paranormale agentschap bracht en hielp de demonen op te sporen. Verrassend genoeg stelden de plaatselijke ambtenaren, als de zaak eenmaal was opgelost, er nooit al te veel vragen over. Het was bijna alsof ze het niet wilden weten.
Tasuki en Yohji waren twee jongens die onder Kotaro werkten op het bureau. Kyou had hen uitgenodigd om hier te komen wonen, omdat ze vaker hier aan het werk waren dan op het politiebureau. Ze hadden ook de secretaresse van het politiebureau overgehaald om bij hen te komen werken. Haar naam was Suki, en Kyoko beschouwde haar als haar beste vriendin.
Kotaro overtuigde Kyou ook om twee helderziende broers uit te nodigen... Amni en Yuuhi, die een enorme aanwinst bleken.
De jongste van de broers, hoewel ze niet helemaal zeker was van de leeftijd omdat ze allemaal tussen de leeftijd van negentien en zevenentwintig leken te zijn, was Kamui. Zijn haar had allerlei kleuren met de meest verbazingwekkende amethistkleurige highlights. Ze wist zeker dat zijn ogen sneller van kleur veranderden dan een tiener van kleren... en dat wil wat zeggen.
Hij was het computerwonder van de groep, en kon in elke databank ter wereld inbreken om hun de info te geven die ze nodig hadden. Hij had al een paar keer bij hoge regeringsinstanties ingebroken, alleen om ze voor de gek te houden.
Ze draaide zich om met haar kop koffie zodat ze zich kon concentreren op waar Suki de laatste paar minuten over had gekletst; Kyoko verbrandde haar mond bijna toen ze naar Kyou keek.
Hij leunde weer tegen de deurpost, keek naar haar vanuit de deuropening van zijn kantoor met dezelfde blik die hij de avond ervoor had gehad. Toen ze in zijn ogen keek, voelde ze een rauwe, sensuele rilling door haar hele lichaam gaan.
Kyoko was vastbesloten om ooit uit te vinden hoe hij dat precies deed. Ze had vrouwen zien struikelen over hun eigen voeten wanneer Kyou bij zeldzame gelegenheid het heiligdom van het kantoor verliet en door de stad liep.
"Ik neem aan dat je goed geslapen hebt?" vroeg Kyou stoïcijns, hoewel Kyoko een vleugje amusement in zijn ogen bespeurde. "Ja, eigenlijk wel," verklaarde ze met een glimlach.
"Hmm, ik zou het nogal lastig vinden om in slaap te komen, met vier mannen die de hele nacht voor je kamer staan te ruziën over wie wel en wie niet je deur mag intrappen."
Kyoko draaide snel haar hoofd weg om haar blos te verbergen en staarde uit het grote raam dat uitkeek over de drukke straat. Soms kon het leven in dit gebouw echt hard zijn voor een meisjeshart... om nog maar te zwijgen over haar hormonen.
Ze voelde een rilling over haar rug gaan. Ze wist dat ze niet kon weglopen, dus probeerde ze haar gedachten de vrije loop te laten. Ze keek naar de overkant van de straat, naar de rij gebouwen tegenover dit gebouw... ze wenste dat ze in een van die gebouwen zat... tenminste tot de puberale spanning van gisteravond was overgewaaid.