Эмиль Золя - Nantas стр 2.

Шрифт
Фон

Zoo droomerig zijn weg gaande, vloog een rijtuig langs hem heen en bespatte hem met modder, zoodat hij zijn gezicht moest afvegen.

Toen liep hij harder, de tanden op elkaar geklemd, met een duivelsch verlangen, om zich met vuistslagen op de menigte te werpen, dat zou hem eenigszins gewroken hebben op de domheid van het lot.

In de rue Richelieu had een omnibus hem bijna overreden. Het midden van de place du Caroussel bereikt hebbende, wierp hij een jaloerschen blik op de Tuileriën.

Op de brug der Saints-Pères, noodzaakte een klein, welgekleed meisje hem den rechten weg te verlaten, welken hij gevolgd had met de woeste onverzettelijkheid van een wild zwijn, dat door jachthonden wordt nagezet en dit wijken scheen hem een toppunt van vernedering: zelfs de kinderen beletten hem het voortgaan. Toen hij eindelijk zijn kamer weder opgezocht had, als een gewond dier dat zijn leger zoekt om te sterven, liet hij zich verslagen en krachteloos met een doffen smak in zijn stoel vallen. Hij bekeek zijn versleten broek en zijn gescheurde schoenen, waar het slijk uitdroop.

Ja, nu was t gedaan, onherroepelijk! Hij vroeg zich af op welke wijze hij zich zou dooden. In zijn trots meende hij dat zijn dood een straf was voor Parijs. Inwendig sterk te zijn en geen mensch te vinden die dat vermoedt, niemand die u het eerste tientje geeft, waaraan gij zoozeer behoefte hebt. Dat scheen hem eene bespottelijke onbillijkheid en zijn gansche wezen kwam er tegen in verzet. Als zijn blikken echter op zijn onnutte armen vielen, kwam een gevoel van spijt in hem op. Voor niets zou hij teruggedeinsd zijn, niets ware hem te zwaar geweest; een wereld zou hij hebben opgetild aan zijn pink hij, die daar zat, teruggekropen in zijn hoek, tot onmacht gedoemd, op zijn klauwen knagende als een leeuw in zijn kooi. Weldra werd hij kalmer en begon hij den dood grootsch te vinden. Toen hij nog klein was, had men hem de geschiedenis van een uitvinder verteld, die een wondermachine had samengesteld en haar eens met hamerslagen vernietigde, omdat de menschen er te onverschillig voor waren. Welnu, hij was die man, hij droeg in zich om een nieuwe kracht, een machine van verstand en wilskracht, en hij zou die machine vernietigen door zijn hersenen uiteen te doen spatten op de straatsteenen.

De zon ging onder achter de hooge boomen van het prachtige huis van Danvilliers, een herfstzon, wier gouden stralen de gele blaadjes als vlammetjes deed flikkeren. Nantas stond op, aangetrokken tot dezen afscheidsgroet der zon. Hij ging sterven en voelde een behoefte in zich ontwaken naar licht. Een oogenblik boog hij zich voorover. Bij den draai van een laan, achter het dichte groen, had hij wel eens een jong, blond meisje bemerkt, slank en statig, trotsch als een prinses. Hij was niet romantisch; de tijd was voor hem voorbij, waarin jonge mannen in hun zolderkamertje droomen van rijke meisjes, die hen haar liefde en schatten komen brengen.

En toch, in dit uur, waarin hij zich ging toewijden aan den dood, herinnerde hij zich plotseling dat schoone trotsche meisje. Hoe zou ze wel heeten? Op t zelfde oogenblik echter balde hij de vuisten en voelde hij niets dan haat, gloeienden haat tegen de bewoners van dat paleis, waarvan de vensters half geopend waren en hem hoekjes lieten zien vol pracht en weelde. In zijn woede fluisterde hij:

O, ik zou mezelf willen verkoopen, ik zou me verkoopen aan dengene, die mij de eerste honderd stuivers gaf van mijn toekomstig fortuin.

Een oogenblik hield dat idée van zichzelf te verkoopen hem bezig.

Als er ergens een bank van leening was geweest, waar men geld voorschoot op wilskracht en energie, hij zou er heengegaan zijn.

De onzinnigste denkbeelden rezen in hem op. Een staatsman kwam hem koopen om een geschikt werktuig van hem te maken, een bankier wenschte ieder oogenblik zijn verstand aan zijn speculaties dienstbaar te maken, en hij nam alles aan, de eer verachtende en zich opdringende dat de heele zaak was sterk te zijn en eens te zegepralen. Daarop glimlachte hij. Hoe was het mogelijk zich te verkoopen? De dwaas, die wachtte tot een koop voor hem op kwam dagen, zou omkomen van ellende. Weer zette hij zich neder, zwerende dat hij zich uit het venster zou werpen, zoodra het donker was.

Hij was echter zoo moe, dat hij op zijn stoel in slaap viel. Plotseling werd hij gewekt door het geluid van stemmen, zijn concierge liet een dame bij hem binnen.

Mijnheer, zei ze, ik ben zoo vrij

Bemerkende dat hij geen licht aan had, vloog zij naar beneden om een kaars te halen. Zij scheen de persoon te kennen, welke zij medebracht, want zij was beurtelings vleierig en eerbiedig.

Zie zoo, zeide zij, zich verwijderende, nu kan u praten, zonder dat iemand u storen zal.

Nantas die overeind was gesprongen zag de dame verwonderd aan. Zij had haar voile opgeslagen. t Was een persoon van vijf en veertig jaar, klein, buitengewoon dik, met een onvriendelijk gelaat. Hij had haar nooit gezien. Toen hij haar den eigen stoel aanbood, haar met den blik ondervragende, zeide zij:

Juffrouw Chuin Ik kom u eens spreken, mijnheer, over een hoogst gewichtige aangelegenheid.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Похожие книги

Популярные книги автора

Земля
102