In straat Sunda namelyk had 'n zwervende visscher geweigerd zich voor een aan de matrozen geleverd zoodjen ikan kakap te laten betalen met 'n stuk spek en twee verroeste schaatsen. De man was Ťbrutaalť geworden, en daarop door Janmaat geslagen. De arme kadraaier sprong over-boord, en betaalde zichvoor visch en mishandeling niet te duur waarachtig! met 'n oud wollen hemd dat-i in de vlucht meenam.
Eenige maanden na dit voorval verklaarde zich de oudeheer VAN 'T EEN-OF-ANDER in-staat, genegen en bevoegdSpecialiteiten vóór!om 't Indisch vraagstuk optelossen. Hy-zelf had nu 'n zoon die perfekt Maleisch verstond. Andjieng belanda! had de vluchtende visscher geroepen. Dit woord stondmet rang van citaat5in FRITSJENS brief, die van 't voorval melding maakte en 't aanbeval als tekst voor 'n verhandeling over Indische toestanden.
De jongen is vlug! Pas ruikt hy 'n land, en hy verstaat de taal al!
Alzoo:
Ť_Mensenrecht_ Nederlandsche beschaving zweet van voorvaderen oogmerken van Voorzienigheid débouchés voor Enschedésche fabrieken, voor de jeneverstokeryen te Schiedam en andere evangelien_ handelmaatschappy, konsignatiestelsel, indigo, zeeroof en welmeenendheid heil des vaderlands verstoktheid van die vervloekte andere party zeer beminde koning bedrogen raadsleden der kroon enSpecialiteiten vóór!bevoegdheid!ť
Wel zeker: bevoegdheid! FRITS-zelf immers had 'n Javaan Ť_andjieng belanda_!ť hooren zeggen.
't Is weer te betreuren dat de rykdom van slof in volgende brieven, den ouden heer VAN'T EEN-OF-ANDER onvruchtbaar maakte door overmaat van bevruchting. Pas had hy 'n zaak goed begrepen, of hy werd zoo specialiteitig beziggehouden met het doorgronden van 'n andere, dat hem de tyd ontbrak daarvan iets meetedeelen op de right place. Toch ging er niets verloren. De Natuur is weldadig. Zy zorgde er voor dat het Meesterwoord bewaard bleef in de gemoederen van de onmiddellyke omgeving des edelen EEN-OF-ANDERS! Wat hy niet kon plaatsen by 't Nederlandsche Volk, werd meegedeeld aan den dorpsbarbier, den tuinman, den notaris en de keukenmeid. De heele omtrek werd aldra doorsuld met kennis van Indische zaken, en toen FRITS eindelyk de kraan zyner openbaringen zóó ver openzette, dat er 'n kistjen Ambonsche-bloemenolie, 'n paar potten atjar bamboe, en 'n Ťpauwveeren sigarenkokerť uitspoot, die hy-zelf gemaakt had van bamboe zie verder in voce: Droogstoppel, Havelaar, hoofdstuk zeventien.
* * * * *En nu, papa, nu moet ik je zeggen dat ik genoeg heb van dat zwalken en zwabberen op-zee. 't Is 'n hondebaantje. Ik wil m'n onslag vragen.
Met deze woorden heeft FRITS de mededeeling gestoord van 't gesprek dat we zoo-even afbraken om hem acht jaren tyd te gunnen tot schoolgaan en iets-worden.
Ga je gang, jongen, zei papa. Om 't geld
De buik werd tot getuige geroepen.
En bovendien, waarom zou je tegen je zin varen? Je bent nu toch iets, niet waar?
Wčl zeker! FRITS kreeg z'n ontslag, en was
Een mens moet iets zyn!
FRITS bekleedde op z'n twee-en-twintigste jaar de zeer gewichtige betrekking van gewezen zee-officier die niet langer zwalken en zwabberen wou.
Maar hy wilde nog meer zyn. Hy maakte zich echtgenoot, vader en, na papa's dood, dykgraaf. Daarna waarachtig, FRITS wčrd een-en-ander!
En, toen dat een-en-ander hem verveelde, als vroeger 't klein eindje zeeleven dat-i byna niet geleid had, toen hy met voorvaderlyke nederigheid begon te bemerken:
dat hy in-weerwil van z'n iets, nog altyd nagenoeg niemendal was, dat-i de Ťbooienť in den weg liep, dat z'n vrouw hem aanzag voor 'n keukenpiet, dat de tuinluî hem lastig vonden, dat de eerbied van z'n ethnologische kennis van over-zee aan 't verflauwen was, dat mi no sabi en andjieng belanda zeer gewone stop-en scheldwoorden waren geworden, waarmee men geen bakker meer foppen, geen stalknecht meer beleedigen kon, dat het prestige van echtgenoot, vader, grondbezitter, dykgraaf en een-en-ander, begon te slyten, dat de boeren
Och! 't was niet uittehouden!
* * * * *Ť_Van-tyd tot-tyd openbaart zich de behoefte aan specialiteiten op treffende wys. Het vaderland dat op al de krachten zyner kinderen een heilig recht heeft nogeens: 't vaderland de ontzaggelyke voorvaderen geliefd vorstenhuis de kiezers de grondwet de onschendbaarheid des konings donkere wolken aan den horizon hoogstopmerkelyke, alle grenzen te-buitengaande, nooit_-dagewesene, byzonder-afschuwelyke, eigenaardig-duivelsche, alle goddelyke en menschelyke wetten met voeten trappende, maar au fond door ongeëvenaarde domheid volkomen onschadelyke en slechts belachelyke of deerniswaarde, gemeene ŕndere krant juist oogenblik voor alle welgezinden God en Oranje vuige belagers van volkswelvaart zeeleeuwen worstelstryd mannen die vaststaan in de uren des gevaars vertrouwen zyner medeburgers zeer geacht in 't distrikt welks belangen hymet edele miskenning altyd der rechten van alle andere kiesdistriktenalleronpartydigst zal voorstaan de zoon van een geachten vader die dykgraaf was, en een-en-ander kleinzoon van 'n gewezen-oud-garde-noble hoop dat hy zich de keuze zyner medeburgers zal laten welgevallen dóór-en-door-kundig, fatsoenlyk, doorkneed in alles en een-en-ander toewyding aan de zaak des dierbaren Vaderlands verregaande, het fabelachtige voorbystrevende, niet zelden in krankzinnige offerzucht overslaande onbaatzuchtigheid right man right place en vooral de behoefte aan een deskundige in de volksvertegenwoordiging, by de behandeling der zoo vaak en voortdurend verwaarloosde marinezaken
FRITSJE krygt meer stemmen dan er ooit onverstaan wegstierven in de woestyn die maatschappy heet.
FRITS'n mens moet iets zyn, gelyk z'n zalige vader de dykgraaf baron VAN 'T EEN-OF-ANDER zoo wčl gezegd hadFRITS is iets!
Het bloed der besjeshuizen kruipt waar 't niet wandelen kan: onze FRITSJEN is iets!
Neenallen goeien geesten van dooie oud-gewezen garde-noble's in 'n besjeshuis, lof en dank!FRITS is zelfs méér dan iets!
Hy die zoo kort geleden nog niets, niets, volstrekt niemendal zou geweest zyn, indien hy niet gewezen zee-officier geweest was, die niet langer zwalken en zwabberen wou
Hy werd op eenmaal: de gids der gidsen, de voorlichter der voorlichters van de natie, de tooveres, de Pythonisse, de Apollo van Endor, Dodena en Delfi, de Jupiter-Ammon van Opper-Egypte, de Velleda van 't Haagsche Binnenhofmet vergunning de uniform te mogen dragen van de korpsen waartoe al die dames en heeren behoord hebbende hoofd-réverbčre op de vuurbaak van 's lands welvaart, de Noordster waarop de hulk van 't zinkend Vaderland den vermoeiden steven richt, en nog een-en-ander.
FRITSJEN, is als right man on the right place, SPECIALITEIT in de Tweede Kamer!
En zeg nu eens, als ge durft, dat de wegen die Nederland betreedt, niet goed geveegd worden, en dat de Hollandsche broodjes van Staat oneetbaar zyn!